« Ga terug naar het folderoverzicht
Huisstofallergie
Allergie voor huisstof komt vaak voor. De mate waarin mensen allergisch zijn voor huisstof kan sterk wisselen, evenals het soort klachten. De allergie uit zich bij de meeste mensen in klachten van een verstopte neus, een loopneus of heldere, snotterige afscheiding en soms ook flinke niesbuien in een stoffige omgeving. Deze klachten worden nogal eens ten onrechte aangezien voor een langdurige verkoudheid. In dat geval beginnen de klachten echter met waterige afscheiding, om binnen enkele dagen over te gaan in dik, groen of geel snot. De klachten van een verkoudheid zijn meestal binnen 1 Ã 2 weken over. Behalve klachten van de neus kan een huisstofallergie zich uiten in de vorm van astmatische klachten: hoesten, piepen en kortademigheid, mogelijk erger ten tijde van een verkoudheid of griepje of onder invloed van (in)spanning. De diagnose huisstofallergie kan worden gesteld naar aanleiding van de klachten en lichamelijk onderzoek en wordt bevestigd door middel van bloedonderzoek en eventueel een huidtest.
De "overgevoeligheid voor huisstof" berust op een overgevoeligheid voor de afscheidingsprodukten van de huisstofmijt. Deze huisstofmijt, een minuscuul klein beestje, leeft in huisstof, in matrassen, kussens, vloerbedekking, enzovoorts. Hij voedt zich met menselijke en dierlijke huidschilfers en hij voelt zich het prettigst in een omgeving die voldoende vochtig is. Het mag duidelijk zijn dat een oud, stoffig en vochtig studentenhuis een ideale omgeving voor de huisstofmijt is.
De eerste stap om klachten van huisstofallergie te verminderen is
het zogenaamde saneren. Saneren betekent "gezond maken". In dit geval
betekent dat het bestrijden van vocht en stof, zodat de huisstofmijt zo min
mogelijk de kans krijgt. Bij de inrichting moet gelet worden op een gladde
vloer en gladde meubels en synthetische of katoenen gordijnen. Er moet
regelmatig worden gestofzuigd en schoongemaakt met een vochtige doek. Het
kussen en de dekens of het dekbed moeten van synthetisch materiaal zijn.
Verder moet het huis voldoende droog zijn, door het bestrijden van vocht,
voldoende stoken, een goede ventilatie en regelmatig luchten.
Als ondanks bovenstaande maatregelen de klachten niet voldoende
verminderen, is het mogelijk de symptomen met medicijnen te onderdrukken.
Er zijn neussprays (bijv. Lomusol, Beconase, Rhinocort) en oogdruppels
(Opticrom, Vividrin) die klachten van resp. loopneus, niezen en tranende
jeukende ogen kunnen voorkomen. Voorts zijn er inhalatiepreparaten die
klachten van kortademigheid (Lomudal, Ventolin, Becotide) kunnen voorkomen
of verminderen. Behalve deze "lokaal" werkende middelen worden vaak
tabletten (bijv. Triludan, Zyrtec, Claritine) voorgeschreven.
De
folder "Saneringsadviezen" van het Astma Fonds is in de meeste
huisartsenpraktijken en bij de SGZ te verkrijgen.Â